NRC Next 05-05-’06 • Amanda Kuyper, Photography: Stijntje de Olde

‘De Curaçaose cultuur is rijk’
Izaline Calister kwam in de Antilliaanse muziek weer thuis



Zingend in haar moedertaal Papiaments, op blote voeten en de ogen gesloten, is zangeres Izaline Calister een prachtige exotische verschijning. Met haar heldere stem bezingt ze de schoonheid van de Antillen. Maanden voerde ze met de traditionals op haar vorige album Krioyo de hitlijsten op Curaçao aan. De zonnige single Wow’i Kariño werd gebruikt in reclames en kreeg diverse covervarianten. Dat haar muziek zo hitgevoelig was, had de op het eiland geboren zangeres niet kunnen bedenken.

Izaline Calister kwam op haar achttiende voor een studie bedrijfskunde naar Nederland. Ze woonde in Groningen en zong in een koor. Later, op het conservatorium, voelde ze zich lange tijd een vreemde eend in de bijt. Zeker, ze had een bijzondere zangstem en kende menig Latijns-Amerikaanse bolero uit het hoofd. Maar juist Westerse muziekstijlen en dito klassiekers zeiden haar weinig. Ze besloot zich dan ook niet te wagen aan standaard jazzrepertoire. Uit eerbied naar vroegere vertolkers.

‘Met mijn stemtype doe ik die nummers geen recht, zegt Calister. Ik voel me weliswaar wel aangetrokken tot de vrijheid van de jazz, maar ik ben op zoek gegaan naar een specifiek type muziek dat ook echt bij mij zou passen!’ Eerst dacht ze aan Braziliaanse muziek waar ze ‘helemaal verliefd op werd’. De ritmes lagen dicht bij haar Antilliaanse wortels en ook de ongebruikelijke melodieën spraken haar aan. ‘Later realiseerde ik me, dat ik ze toch op een andere manier zong. Mijn timing was steeds anders. Het ging niet natuurlijk.’

De Antilliaanse bassist Eric Calmes moedigde de zangeres aan te zingen in haar moedertaal. Een openbaring. ‘Ik zag niet wat ik al in handen had. Op het conservatorium voelde ik me erg onzeker en liep op mijn tenen. Bij de band Zamanakitoki van Calmes viel alles op zijn plaats. in de Antilliaanse muziek kwam ik weer thuis. Stilletjes aan kon ik daar mijn eigen stijl ontwikkelen.’

Op Curaçao wordt alle muziek van Izaline Calister evengoed omschreven als jazz. Maar haar voorlaatste cd Krioyo en haar nieuwste Kanta Hélele zijn duidelijk roots-gericht. Het Duitse worldlabel Network geeft haar de vrije hand. Dus kiest Calister voor typisch Antilliaanse muzieksoorten als de tumba, seú, danza, muzik di zumbi en de tambú.

‘Het cultuurgoed van Curaçao is rijk en interessant’ vertelt Calister. ‘Wij Curaçaoënaars zijn opgegroeid met het idee daar niet zo belangrijk over te doen. Met als gevolg dat de traditionele muziek van het eiland nu maar weinig wordt gespeeld. De ‘ritmo kombina’ is bijvoorbeeld veel populairder op het eiland.’

Al jaren onderzoekt de zangeres oude traditionals die doordrenkt zijn van overzeese invloeden. Ze heeft een missie. ‘Door de traditionele muziek te bewerken, houd ik de muziek Ievend. Ik wil moderne alternatieven bieden en het repertoire van het eiland aanvullen.’ Samen met haar band –gitaar, bas, piano, twee keer percussie en achtergrondzang– bekijkt ze hoever ze kan gaan met haar vernieuwingen. Want: ‘We moeten wel binnen de structuren van de stijlen blijven.’ Maar ook het instrumentarium speelt een grote rol. De authentieke percussie-instrumenten geven extra zeggingskracht.

Calisters ode aan de Antilliaanse melodische muziek gaat verder dan Curaçao. ‘Veel ritmes hoor je ook op Aruba of Bonaire. De Antilliaanse wals vind ik heel leuk. Die lijkt veel op een gewone jazzwals in een driekwartsmaat. Wij leggen alleen nét even andere accenten. Ook de tumba is heerlijk, dat is typisch Curaçao’s. Met die muziek ben ik opgegroeid. ik kan er alles mee. Het is in een rare maatsoort uit Afrika. Westerlingen raken er helemaal de kluts bij kwijt.’

Het uitgangspunt van haar nieuwe –vierde– cd Kanta Hélele zijn kleine verhaaltjes. Calister legt haar oor regelmatig te luisteren op het terras, bij vrienden of familie. ‘Een flard van een gesprek kan zomaar het uitgangspunt vormen van een song. Soms gaat mijn fantasie een beetje met me op de loop.’ Ideetjes neemt ze op met op haar moderne telefoon. De bijbehorende klanken zoekt ze later op de piano. Hoewel haar cd ook een aantal gevoelige ballades bevat, zoals het slechts door piano en cello ondersteunde Nada den Mi Man (Niets in mijn handen) is het merendeel van haar muziek uiterst dansbaar. Titelsong Kanta Hélele op een zouk-ritme is bedoeld als oppepper, aldus de zangeres. ‘Een positieve song als tegenwicht tegen de heersende moppertrend. Geluk is gratis, je moet gewoon je ogen openen.’

Izaline Calister kiest voor typisch Antilliaanse muzieksoorten als seú en tambú

• Tumba: een van de populairste ritmes van Curaçao. Gebaseerd op Afrikaans 6/8 ritme. Teksten zijn vaak satirisch, plagerig en sociaal betrokken.

• Seú: typische oogstmuziek. Vooral de laatste jaren wordt de traditie van een goede oogstviering weer in ere hersteld. ln een feestelijke optocht dansen mensen in traditionele klederdracht op seú-muziek. Je danst op een speciale manier wat in de volksmond ‘wapa’ wordt genoemd. Vroeger was dit een muzieksoort met alleen percussie en zang. Onderwerpen zijn vaak de oogst, het harde werken op het land, het samenwerken om de oogst zo snel mogelijk binnen te halen.

• Muzik di zumbi: muziek die vroeger vaak buiten werd gespeeld. Door de combinatie van verschillende percussie-instrumenten had het een veelal mysterieus geluid, vooral als je het in de verte hoorde. Daardoor kreeg het deze ‘Muziek van de geesten’.

• Salsa Antiyana: dit ritme is in de jaren'70 bedacht en populair gemaakt door de Antilliaanse grootmeester Macario Prudencia. Het is gebaseerd op de Cubaanse salsa, maar heeft een Caraïbische draai gekregen die invloeden bevat van de Dominicaanse merenque en de Antilliaanse Danza (afstammeling van het klassieke Franse contradance). De superhit ‘Wasmachine’ van de groep Trafassi is een cover van een compositie van Macario Prudencia en is een rasechte salsa antiyana.

• Antilliaanse wals: een rechtstreekse afstammeling van de Europese/Weense wals. Door de vele Europese invloeden op de Antillen gingen op gegeven moment steeds meer mensen die Europese ritmes spelen. Gaandeweg verzetten de accenten zich, omdat het op een meer Afrikaanse manier werd getimed.

• Zouk: is eigenlijk een verzamelnaam voor een ritme dat rechtsreeks afstamt van de Afrikaanse Soukous. In veel culturen met Afrikaanse invloeden vind je een of andere vorm van de Zouk terug. Per land zijn de gebruikte instrumenten en de accenten in het ritme verschillend. De zouk wordt veel gespeeld en gedraaid op o.a. de Kaapverdische eilanden (ook terug te vinden in de muziek van Cesaria Evora), Brazilië, Frankrijk en Martinique. De uit Martinique afkomstige supergroep ‘Kassav’ heeft de zouk in heel het Caraïbisch gebied en Europa gepopulariseerd.