Contrast 06-’06 • Rik van Boeckel, foto: Stijntje de Olde

Ode de schoonheid van het leven
Wereldmuziek van lzaline Calister



Met haar vierde cd Kanta Hélele heeft de Antilliaanse zangeres lzaline Calister voor haar gevoel meer een wereldmuziekalbum afgeleverd dan een jazzplaat. Het is een cross-over van salsa antiyana, jazz, Kaapverdische zouk, Antilliaanse wals en traditionele ritmes van haar geboorte-eiland Curaçao.

‘Op Curaçao zingen mensen ‘Kanta Hélele’ als ze blij zijn en geen liedje in hun hoofd hebben', zegt lzaline Calister. ‘Voor mij betekent het dat je na een moeilijke periode de draad weer oppakt en weer van de schoonheid van het leven geniet.’ Met het nummer geeft ze uiting aan haar optimistische natuur, die ze met de stem van het hart laat horen in opzwepende maar ook ingetogen songs.

In Calisters familie is zingen een tweede natuur. Dat zij haar vocale talenten ging ontplooien was dan ook vanzelfsprekend. Met haar eigenzinnige mix van traditionele Antilliaanse muziek, Caribische ritmes en jazz veroverde ze zowel in Nederland als het buitenland de harten van het publiek.

Met Kanta Hélele borduurt ze voort op haar vorige album Krioyo. Daarop kreeg de vermenging van diverse muzikale culturen al duidelijk gestalte. Calister wordt beïnvloed door de muziek waar ze van houdt en vaak naar luistert. Zoals die van Kaapverdië. ‘In het nummer Kanta Hélele gebruik ik het ritme van de Kaapverdische zouk. Er zijn veel overeenkomsten tussen de taal van Kaapverdië en het Papiamento. Ik voel dat ook in de muziek.’ Ze heeft ook een sterke band met Mexico, een land dat voelt als thuis en waar ze met veel succes optrad. In de swingende salsa antiyana verwijst ze naar Cubaanse grootheden als Celia Cruz en Los Van Van.

Haar manier van zingen is ook erg beïnvloed door Braziliaanse muziek. Calister: ‘Ik heb vroeger veel Braziliaanse nummers gezongen en doe dat nog steeds. Onlangs trad ik op tijdens een jazzfestival in Almaty, de hoofdstad van Kazachstan. Daar heb ik mijn eigen repertoire gebracht, maar ook Braziliaanse nummers gezongen. Het publiek reageerde heel enthousiast.’

Persoonlijk album

Vergeleken met Krioyo is Kanta Hélele een veel persoonlijker album. ‘ik heb een aantal persoonlijke thema’s in de nummers verwerkt. Sommige dingen heb ik echt zo meegemaakt. En ik verzamel verhalen van mensen om mij heen, over wat zij meemaken.’ Ze verwoordt haar persoonlijke ervaringen in haar liederen op een manier dat iedereen er wat aan heeft. Zo maakt ze het persoonlijke universeel, en dat spreekt volgens Calister het publiek aan.

Een heel emotioneel lied is Nada Den Mi Man. Dat heeft ze geschreven voor haar vader. Zijn vrouw, lzaline’s moeder, overleed toen zij drie jaar was. ‘Ik heb de laatste tijd veel nagedacht over hoe dat voor hem moet zijn geweest. Ik probeer me zijn situatie van toen voor te stellen. Hoe kon hij na een dergelijk verlies doorgaan?’ lzaline’s vader, stiefmoeder en zus wonen nog steeds op Curaçao. Als ze teruggaat naar haar geboorte-eiland is het vooral voor familiebezoek, al treedt ze er ook op. ‘Dat doe ik steeds als er een nieuw album uit is. Eind 2006 ga ik er weer heen.’

Slavernij

Uiteraard hoorde lzaline Calister op Curaçao ook de tragische en trieste verhalen over het slavernijverleden. Een van haar meest pakkende nummers, Lamento Di Mosa Nena, gaat over die tijd. Het is gebaseerd op een gedicht van Pierre Lauffer, een van de bekendste dichters van Curaçao. Hij vertelt het verhaal van de slaaf Buchi Fil, die verliefd is op de mooie Mosa Nena. Zij wordt door slavenhouder Shon verkocht met het doel Buchi’s geest te breken. Buchi springt daarna van de rotsen.
‘Maar niemand weet wat er met Mosa Nena is gebeurd, daar gaat dit lied over. De geschiedenis van de slavernij is vreselijk. Toch wordt er zowel in Nederland als op Curaçao nogal spastisch over gedaan. De slavernij heeft haar stempel gedrukt op de cultuur van de Antillen. Er zijn ook mooie dingen uit voortgekomen. Als je de muziek van Curaçao gaat onderzoeken, ontdek je dat de instrumenten, ritmes en dansen uit Afrika komen. Die instrumenten hoor je terug in mijn muziek.’
Ze verwerkt ook traditionele ritmes als de tambú en tumba in haar nummers. Ritmes waarvan men denkt dat de oorsprong in het huidige Congo ligt.

Oogstdans

Andere Antilliaanse stijlen die ze in haar muziek verwerkt zijn muzik di zumbi (‘muziek van de geesten’) en de Antilliaanse wals. Deze kreeg op Curaçao een geheel eigen karakter doordat de Europese wals beïnvloed werd door Caribische muziek. Een andere stijl is de seú, van oorsprong een oogstdans. Daar zingt ze over in Ban Wapé. Tegenwoordig zijn andere latijns-Amerikaanse dansen zoals salsa en merengue veel populairder op Curaçao. Izaline hoopt echter op een revival van deze dans en heeft tijdens workshops op scholen de muziek en dans van de seú aan leerlingen in Nederland geleerd.

‘Ik geef zangworkshops op scholen. Ik verbaas me er steeds weer over hoe weinig mensen in Nederland weten over de Antillen en de Antilliaanse muziek. Ik heb op de scholen gemerkt dat kinderen maar net de namen van de eilanden kenden, en daar hield het dan ook op. Dat vind ik jammer.’

Zingen in het Papiamento

Izaline is heel blij is met haar carrière en kan al sinds haar conservatoriumtijd –halvelwege de jaren negentig– van de muziek leven. ‘Maar het kan altijd beter’, zegt ze. ‘Het is een constante strijd. Maar ik zie rnezelf niet echt als voorbeeld voor andere Antillianen. Ik ben daar niet mee bezig.’

Toch kan ze zeker als ambassadrice van de Antilliaanse muziek worden beschouwd. Ze zingt al haar nummers in het Papiamento. ‘Het is mijn moedertaal. In die taal kan ik de beste teksten schrijven, ik kan er voor mijn gevoel alles mee. Mijn stem klinkt het mooist in liet Papiamento. Ik sluit echter niet uit dat ik ooit een paar nummers in het Engels ga zingen.’

Calister hoopt met Kanta Hélele ook het Antilliaanse publiek in Nederland te bereiken. ‘Mijn publiek bestaat vooral uit Nederlanders’. zegt ze. ‘Dat komt doordat ik veel in theaters optreedt, en Antillianen gaan niet zo snel naar het theater. Ze denken dat ze daar minder zullen genieten. Maar ik doe mijn best om ze wel te bereiken. Het liefst heb ik een gemengd publiek. Dat is gezelliger, want Antillianen dansen sneller dan Nederlanders en zingen sneller mee.’