Leeuwarder Courant 29-8-2003Max van den Broek

Izaline Calister mengt traditionele Antilliaanse muziek en jazz

Vanuit haar woonplaats Groningen verovert zangeres Izaline Calister Nederland en de rest van de wereld. Haar mengeling van traditionele Antilliaanse muziek en jazz spreekt een groot en vooral ook jong publiek aan. Morgenmiddag zingt zij op het Zaailand in Leeuwarden met het NNO onder leiding van Henk Meutgeert, het Groningse trio Jamesz en MTV-VJ en rapper Too Tall. Zondag 26 oktober komt zij met haar eigen band naar De Harmonie.

DRACHTEN - Er wordt die woensdagochtend in de grote zaal van schouwburg De Lawei in Drachten hard gerepeteerd door het NNO en de Antilliaanse zangeres Izaline Calister. Geregeld slaat dirigent Henk Meutgeert af. ‘Blijven tellen’, zegt hij tegen de blazerssectie van het orkest. Geduldig volgen de muzikanten de aanwijzing op van de vaste leider van de ‘Jazz Orchestra of the Concertgebouw’.

Keer op keer zingt de zangeres vol overgave haar partijen. De jazzstandaard ‘Besame mucho’ klinkt bij de eerste keer al bijna perfect, maar bij het nummer ‘Hijo de la luna’ ontstaat er een probleem. De pianist is er niet, terwijl het stuk begint met een piano-intro.

De harpiste is bereid de pianopartij op haar harp te spelen en dat blijkt tot ieders verrassing te klinken als klok. ‘Ik heb Henk ook gevraagd om dat zo te houden, maar daar moest hij nog over nadenken’, zegt Izaline Calister na afloop van de repetitie.

De op Curaçao geboren zangeres vindt het fantastisch om met het NNO op te treden.
‘Het is heel anders dan met mijn eigen band. Daar heb ik meer vrijheid om te doen wat ik wil. Bij zo’n groot orkest moet je je toch aanpassen aan het geheel. Je krijgt er echter zoveel voor terug en het klinkt zo ontzettend goed dat ik dat er graag voor over heb.’

Izaline Calister is in korte tijd uitgegroeid tot het boegbeeld van de Antilliaanse jazz, een nog zeer jonge muziekstroming die ze eigenlijk min of meer zelf heeft uitgevonden. ‘Jarenlang ben ik bezig geweest met het zoeken naar een eigen stijl. Ik heb gezongen in pop-, funk-, Antilliaanse, Turkse en Braziliaanse bandjes. Een leerzame periode, maar uiteindelijk ben ik toch bij de traditionele Antilliaanse muziek terechtgekomen. Daar voel ik mij het meest bij thuis.’

Vaak wordt die muziek verward met de Braziliaanse salsa en merengue, maar dat zijn toch andere stijlen, legt zij uit. ‘De tambú, tumba en de seú zijn echte Antilliaanse ritmes die gemaakt worden met traditionele percussie-instrumenten als de cachu, de koehoorn en de wiri. De Antilliaanse wals, de danza, en polka zijn van oorsprong Europese muzieksoorten die door Afrikaanse ritmes zijn beïnvloed.’

Die traditionele stijlen zijn de basis voor haar muziek, waar ze vervolgens allerlei jazzelementen aan toevoegt. ‘Jazz is voor mij de kapstok waar ik al mijn invallen aan op kan hangen. Door die mix ontstaat er muziek die vernieuwend klinkt maar ook recht doet aan de tradities van mijn geboorteland.’

Dat wordt nog eens versterkt doordat ze in het Papiamento zingt.
‘Het is de taal waarin ik het beste mijn gevoelens kan uiten en als ik zing wil ik toch iets daarvan overbrengen op het publiek.’

De inspiratie voor haar teksten put ze uit haar directe omgeving. Voorvallen die ze zelf meemaakt, maar ook de verhalen die ze van vriendinnen hoort kunnen de aanleiding voor een lied zijn.
‘Mijn teksten zijn altijd op waarheid gebaseerd. Het is nooit zomaar verzonnen.’

Haar cd’s ‘Soño Di Un Muhé’ (‘One woman’s dream’) en ‘Mariposa’ (Vlinder) zijn door pers en publiek uitstekend ontvangen. Over een derde cd is ze hard aan nadenken.
‘Misschien wordt het ditmaal iets met uitsluitend traditionele Antilliaanse muziek.’

Hoewel haar teksten absoluut niet politiek getint zijn, wil zij met haar muziek de Antillen op een positieve manier onder de aandacht te brengen.
‘lk moet me maar meer als een ambassadrice gaan opstellen. Er is over het algemeen alleen negatieve aandacht voor Antillen en dat is niet terecht. Als er rotzooi wordt geschopt, gebeurt dat door een kleine groep. Er is een grote meerderheid die geen problemen maakt, maar er wel op aangekeken wordt.’