Algemeen Dagblad Caribische editie 22-11-2002Marije de Vries

Jazzdiva zingt het liefst voor landgenoten

WILLEMSTAD - Izaline Calister, Curaçaos’ jazzdiva, is terug op haar geboorte-eiland en wel om de tweede cd Mariposa (Vlinder) te promoten. De eerste cd ‘Soño di un muhé’ (de droom van een vrouw) kreeg overweldigende kritieken in Nederland, Duitsland, België en Oostenrijk. Op Curaçao was ze tumba-koningin en haalde ze de eerste plek in de Top 40. De zangeres is immens populair en spreekt zelf van ‘een droomscenario’.

Kan de Groningse aan de verwachtingen voldoen op haar tweede cd? ‘lk ben bang’, zegt Calister. ‘Het is niet normaal hoe lovend de kritieken waren voor mijn eerste cd. Voor de Nederlandse pers kwam ik uit het niets. Wie is die zingende Antilliaanse, dachten ze. Iedereen was laaiend enthousiast. Ik kreeg op mijn eerste cd alleen maar goede recensies, het was waanzinnig. Maar’, voegt de zangeres er bedachtzaam aan toe, ‘ik weet niet wanneer het ophoudt. Wanneer een recensent denkt: en nu is het genoeg geweest.’

Zelf vindt Calister dat de nieuwe cd alleen maar beter is geworden. ‘We zijn gegroeid als band en als componisten. Bovendien heb ik nu een jazzlabel dat ons op handen draagt. Daar zijn wij de sterren, vandaar dat ik ook voor een klein label heb gekozen: Coast to Coast. Zij steken veel energie in ons.’

Behalve de promotie- en distributiezaken en de ervaring die de band inmiddels heeft opgedaan is er nog wat veranderd. ‘Ik heb meer lef gekregen. Ik schrijf nog steeds heel erg vanuit mijn vrouw-zijn, Ik haal inspiratie uit vrouwen om mij heen. Zo heb ik een lied geschreven over mijn zus die een kind heeft gekregen, dat vond ik zo bijzonder. Maar ik schrijf nu ook voor het eerst over de toestand van Curaçao. Ik moet daar wel mee oppassen, want het is makkelijk om vanuit Nederland te zeggen wat iedereen moet doen. Je wordt zo snel belerend. Maar in het nummer Werk aan de Winkel wil ik duidelijk maken dat je je leven grotendeels zelf in de hand hebt, dat je de chauffeur bent van je eigen toekomst. Toon wat ruggengraat, is mijn boodschap.’

Calister heeft de verhalen over de Antilliaanse drugs, werkloosheids- en andere sociale problemen overigens alleen uit de tweede hand: ‘lk ken zelf geen Antillianen die er een potje van maken, maar ik hoor de berichten. Ik weet dat ze er zijn, maar ik wil ook vertellen dat niet alle Antillianen problemen maken. Ik ben er één van, maar er zijn er zoveel.’ De muzikante wordt dan ook niet voor niets officieus de ambassadrice voor de Antillen genoemd.

En op haar geboortegrond voelt Calister zich meer dan thuis. ‘lk heb expres gekozen om de eerste presentatie van mijn nieuwe cd op Curaçao te geven. Ik vind het belangrijk en het komt niet zo vaak voor dat iedereen mij verstaat.’

Overigens heeft het succes van Calister geen invloed op haar taalkeuze. ‘lk blijf in het Papiaments zingen. Ik vind dat ik in die taal mooier klink en kan me er beter in uitdrukken en ik wil nu eenmaal blijven schrijven. Gelukkig dat de mensen in Nederland heel erg open staan voor buitenlandse muziek. Want ik moet wel in Nederland wonen, wil ik carrière maken.’